CMOP-E
Persoon
Affectief
-
K. is zeer afhankelijk van begeleiders, maar
gaat graag naar buiten. Hij heeft dit zelf aan wanneer hij weet dat hij naar
buiten mag.
-
Heeft 1 zus in het tweede middelbaar en 1 broer
in het zesde middelbaar, met de zus verloopt het soms wat moeilijker van Kjell
zijn kant.
-
Mama is voor K. een zeer belangrijke persoon,
met wie hij een goeie band heeft. Zijn mama is dan ook alleenstaand.
Cognitief
-
K. heeft de mentale leeftijd van een kind van
4-5 jaar.
-
Hij is zeer zwakbegaafd.
-
Communicatie verloopt via een boek met prenten,
doordat hij niet kan spreken.
-
K. gaat naar school op het instituut waar hij
verblijft, maar geeft zelf aan dat hij niet graag naar school gaat.
-
Op vlak van taal kan hij beginnend letters en
cijfers herkennen. Hij zit op niveau derde kleuter. Hij kan dus niet lezen of
schrijven.
-
K. is zeer snel afgeleid en heeft moeite met
concentratie.
-
Heeft een communicatiecomputer.
-
School: OSO
Fysiek
-
K. is 22 jaar oud.
-
Hij heeft een aangeboren beperking:
dyskinetische quadriparese.
-
Hij heeft weinig functionele motoriek.
-
Hij heeft wel hoofdcontrole.
-
K. heeft epilepsie.
-
Hij beschikt over primaire reflexen, hij kan
grijpen en loslaten.
-
Hij heeft geen functionaliteit in de bovenste
ledematen.
Spiritueel
-
Humor is voor K. een zeer belangrijke factor om
met zijn problematiek om te gaan.
-
Hij doet energie op door wandelingen te doen
buiten, in de vrije natuur en hij is dus zeer graag buiten.
Handelen
Zelfzorg
-
K. is volledig afhankelijk van anderen voor het
uitvoeren van zijn ADL.
-
K. wordt verzorgd door zowel zijn mama als
begeleiders van het instituut.
-
Eten wordt gemixt en toegediend door de
begeleider.
Ontspanning
-
K. gaat graag naar buiten om een wandeling te
maken in zijn rolstoel met een begeleider.
-
Hij gaat graag weg met zijn mama op stap. Dat is
dan bijvoorbeeld iets gaan drinken op een terras.
-
K. geniet van senseobaden (bubbelbad) om zijn
lichaam en spieren te laten ontspannen
-
Hij heeft graag relaxatie, maar er mogen dan
geen prikkels van buitenaf zijn van bijvoorbeeld mensen die actief aan het
werken zijn, want K. wil zelf ook actief gaan werken dan.
Productiviteit
-
K. gaat nog naar school.
-
Af en toe helpt hij met hulpmiddelen taakjes
uitvoeren, zoals bijvoorbeeld papier versnipperen.
-
Hij helpt met deeltaken en kan knoppen indrukken
om taken uit te voeren.
Omgeving
Cultureel
-
K. is van Belgische afkomst en is
Nederlandstalig opgevoed.
Institutioneel
-
K. gaat in de week, overdag, naar het instituut.
-
Elke donderdag blijft hij overnachten in het
instituut.
-
1 weekend per maand verblijft hij in instituut,
andere weekends gaat hij naar huis bij zijn mama.
Fysiek
-
K. verplaatst hem met een rolwagen die gestuurd
wordt met het hoofd.
·
Hij heeft leren rijden met een rolwagen.
-
Sinds 2 jaar heeft de mama een aangepaste auto,
waarmee K. ook kan vervoerd worden in zijn rolwagen.
Sociaal
-
K. is thuis de oudste in een gezin met
alleenstaande moeder van drie.
-
Hij heeft sociale contacten op het instituut.
Extra
-
K. leert nu bij de ergotherapeut werken met
oogsturing.
-
Hij leert werken met mindexpress op de computer.